Deschuimkleurwordt voornamelijk bepaald door de volgende fenomenen:
Interferentie van licht:
Wanneer het licht door de schuimfilm gaat en op beide zijden van de film reflecteert, treedt interferentie op. Het faseverschil van lichtgolven kan ervoor zorgen dat bepaalde golflengten elkaar verbeteren of annuleren. De verschillende dikte van de film zorgt ervoor dat het licht van verschillende golflengten op verschillende locaties interfereert, wat resulteert in een regenboogeffect.
Hoe dunner de film, hoe helderder de kleur; Hoe dikker de film, hoe vervaagd de kleur zal zijn, of zelfs wit lijkt.
Breking van licht:
Wanneer licht de schuimfilm binnengaat, verandert de richting van lichtvoortplanting door breking. De verschillende dikte en oppervlakte -eigenschappen van de schuimfilm veroorzaken verschillende golflengten van licht om onder verschillende hoeken te breken, wat resulteert in een kleurrijk effect.
Reflectie van licht:
Het oppervlak van het schuim heeft meestal reflecterende eigenschappen. Een deel van het licht wordt weer in de lucht gereflecteerd, terwijl het andere deel de binnenkant van de film doordringt. De twee gereflecteerde lichtgolven in de voor- en achterlagen van de schuimfilm zullen elkaar overlappen, wat een interferentie -effect produceert, wat de kleur van het schuim verder beïnvloedt.
Oppervlaktespanning en filmdikte:
De oppervlaktespanning van het schuim bepaalt de stabiliteit en dikte van de schuimfilm. Hogere oppervlaktespanning maakt de film meestal dunner, wat het interferentie -effect van licht verbetert en meer regenboogkleuren produceert. Lagere oppervlaktespanning maakt de schuimfilm dikker, waardoor de kleur lichter of wit kan worden.
Type lichtbron en observatiehoek:
De kleur van het schuim wordt beïnvloed door de aard van de lichtbron
en de observatiehoek. Observatie onder verschillende hoeken zal verschillende interferentie -effecten zien, wat resulteert in verschillende visuele effecten in de kleur.
Kortom, deschuimkleurwordt bepaald door de interferentie, breking en reflectie van licht, evenals de dikte van de schuimfilm, oppervlaktespanning en andere factoren.